Door Redactie
Wie meneer Van Zanten zegt, denkt niet meteen aan poëzie. De eerste gedachten gaan uit naar een Apeldoornse rockband, die in de Nederlandse taal fel van leer trekt.
Maar vrijdagavond (17-6-’16) in Orpheus stond het eerste bedrijf in het teken van verstilling. Met een hoofdrol voor zanger Jos Berenschot, die gedichten en verhalen voordroeg waarin hij zijn liefde voor de muziek nog eens onderstreepte. Hij vertelde een mooi autobiografisch verhaal over een dertienjarig joch, dat in een vers-wagen niet alleen zijn eerste baantje vond, maar ook zijn grote leermeester. Natuurlijk was er een radio aan boord, net als trekdrop, maar nog veel belangrijker was zijn baas, een jonge ondernemer die het uiteindelijk moest afleggen tegen de grootgrutters. Op de avond dat hij de jonge Jos moest uitbetalen en hem zijn ontslag aankondigde draaide hij muziek van Bruce Springsteen die het verdere leven van Berenschot zou blijven beïnvloeden. Het publiek in een Rabobankzaal zonder stoelen en met een bar werd er zowaar stil van.
Hoe anders was deel 2. Van Zanten was ineens weer een luidruchtige meneer die niet keek op een paar decibellen meer of minder. Zelfs Berenschot kan daar niet altijd bovenuit komen. Jammer, want de teksten die hij brengt zijn vrijwel altijd de moeite waard. Zo ook de nieuwe liedjes die hij in de Apeldoornse cultuurtempel aan zijn fans voorschotelde. Met zijn vier muziekmakkers (drie uit Apeldoorn, een uit Zutphen) maakte hij er weer een fraaie show van, bijgestaan door zijn twee zussen als achtergrondzangeressen. Een thuiswedstrijd om in te lijsten.